Een van de grootste stressfactoren bij het geven van een presentatie is als je weet dat er tegenstanders van jou of je ideeën in de zaal zitten. Dat kan behoorlijk verlammen. Maak je geen illusies: tegenstanders zijn er altijd. Helemaal geen probleem, als je daarop voorbereid bent en je een aanvalsplan betdahc hebt. In dit artikel bespreek ik aan de hand van het charmeoffensief van Lodewijk Napoleon hoe je dat aanpakt.


Zij wilden het niet en hij wilde zelf ook helemaal niet.
 Maar toch kregen de Hollanders in 1806 een koning: Lodewijk Napoleon, de broer van de Franse keizer. Er was geen verzet, maar wel gelatenheid onder de bevolking. Daar nam Lodewijk geen genoegen mee. Lees hoe Lodewijk Napoleon het publiek voor zich won en leer ervan hoe te spreken voor een weerspannig publiek.

‘Ik moet ze aanpreken in hun eigen taal,’ bedacht de nieuwe koning. Lodewijk vroeg zijn minister advies: hij wilde een goede slotzin hebben voor zijn welkomsttoespraak. De minister stopte hem een briefje in handen met de tekst: D’ou elle ainsi ni d’homme. Het was heel eigenaardig Frans maar de koning sprak het letterlijk uit. Het publiek hoorde “Doe wel en zie niet om”. Applaus volgde. De eerste slag was gewonnen.

Lodewijk won de sympathie van de Hollanders

Lodewijk maakte zijn mooie woorden waar. Hij reisde het land af, nam taallessen bij van Lennep en Bilderdijk en ging in gesprek met het volk. Maar zoals bij alle Franstaligen was de uitspraak van het Nederlands niet gemakkelijk voor hem. Zo zou hij zichzelf bij een toespraak in Amsterdam konijn van Olland genoemd hebben. De Hollanders vonden het aandoenlijk, maar hij won wel hun sympathie.

Misschien ben jij ook zo’n nieuwe koning

Misschien ben jij de nieuwe manager: eentje die gekomen is om te saneren. Of misschien ben je net gestart in een organisatie waar een saneringsslag heeft plaatsgevonden, met alle metaforische doden en gewonden van dien. En dan word je gevraagd een welkomstspeech te houden. Hoe pak je dat aan? En wat is er te leren van Lodewijk Napoleon?

Vier tips:

Spreken voor een wantrouwig publiek, hoe doe je dat?

1. Erken dat je niet gewenst en niet geliefd bent

De medewerkers zijn gekwetst en hebben een rottijd achter de rug. Natuurlijk is er wantrouwen en is er weinig energie. Probeer te begrijpen wat er gebeurd is en hoe dat voor mensen voelt. Vraag ernaar, luister en laat het tot je doordringen.

2. Neem het niet persoonlijk

Die boosheid en dat wantrouwen, dat gaat niet om jou persoonlijk. De medewerkers kennen je nauwelijks. Jij heeft een andere taak en dat is om de organisatie weer te laten opbloeien. Jouw energie en enthousiasme om daarmee aan de slag te gaan zijn meestal nog niet op dezelfde manier bij de medewerkers te voelen. Die hebben nog wat meer tijd nodig. Begrijp het – maar laat hun somberheid geen vat op je krijgen.

3. Spreek de taal van het publiek

Doe net als Lodewijk. Leer de taal. Wat is de taal van de organisatie? Welke woorden gebruiken de medewerkers? Wat zijn namen voor het gebouw, de directie, de kantine? Welk afkortingen zijn er, hoe worden functies genoemd, hoe heet de receptioniste? Leer de taal en gebruik die. Subtiel en in de wetenschap dat je er nog niet bij hoort.

4. Ga naar de mensen toe

Op mensen afstappen en het gesprek aangaan is een goede strategie, dat hoef ik je niet te vertellen. Maar het kan ook tijdens een presentatie. Kies voor een opstelling waarbij de afstand tot het publiek klein is. Dus geen katheder dat tussen jou en de mensen in staat. Geen podium waarop je hoog boven hen uit torent. En geen kleding waarmee je je enorm van hen distantieert. Natuurlijk – jij bent de baas. En dat blijf je. Maar je kunt ook leiderschap tonen door de afstand te verkleinen.

Kortom: heb het vertrouwen van Lodewijk Napoleon.

Hij wilde niet en de Hollanders wilden niet: een gearrangeerd huwelijk. En toch was het een succes. Hoewel je dat van zijn eigen gearrangeerde huwelijk niet kon zeggen.

Tot slot: mooie woorden zijn maar het begin. Je moet natuurlijk wel waarmaken wat je beweert. Zo stuurde Lodewijk Napoleon direct de Koninklijke garde op pad om te helpen als er ergens een ramp was, zoals bij kruitramp in Leiden. Walk the talk.