Als je gaat presenteren ben je zelf vast alert en gefocust. Dat is het publiek bij de start van je presentatie ongetwijfeld ook. Maar de kunst is om hen bij de les te hóuden, en daarvoor is meer nodig dan een interessant verhaal. In deze blog vind je allerlei tips en trick die je publiek klaarwakker houden.

Je staat als spreker ingeroosterd om half drie: midden in de fameuze lunchdip. Je workshop duurt anderhalf uur en je hebt een vol programma dat veel nieuwe en tamelijk ingewikkelde kennis bevat. Een half uur na je fantastische opening, amper bij slide 10, zie je de eerste ogen langzaam dichtvallen achter in de zaal. Een lichte paniek bevangt je… Het ergste wat je nu kunt doen is denken dat je verhaal niet interessant is. Het beste dat je nu kunt doen is realistisch zijn.

Wees eerlijk, de omstandigheden zijn niet ideaal…

Het tijdstip, ons bioritme, het verteren van de lunch, zorgt voor een natuurlijke dip in energie. Het zitten en de donkere ruimte (want anders is het scherm niet goed genoeg te zien natuurlijk) doen ook hun duit in het zakje. Ons lichaam krijgt namelijk een signaal: donker > avond > slapen. Dit gecombineerd met het herhalende mantra van jouw rustgevende stem creëert dat heerlijk slaapopwekkende klimaat waarbij iemand zachtjes wegdommelt.

Je moet dus iets doen.

Je moet je publiek wakker houden en dat inzakmoment voor zijn. Als ik een groep een hele dag heb, laat ik ze graag een korte wandeling maken (buiten!) tussen de bedrijven door. Iedereen frist ervan op, conflicten lossen vanzelf op en ideeën komen spontaan naar boven.
Maar wat doe je als je met goed fatsoen de ruimte niet uit kan?
Dan maak je slim gebruik van de vier principes uit het succes van de korte wandeling: licht, lucht, beweging en interactie. En je past ze toe op jouw situatie.

Principe 1: licht

Plan een onderdeel in je workshop of presentatie waar je de beamer niet bij nodig hebt, zodat je de gordijnen open kunt doen en het daglicht weer volop binnen stroomt.

Principe 2: lucht

Raam even open, frisse lucht, en laat het even iets kouder worden. De comfortabele warmte maakt plaats voor lagere temperaturen, en daar reageert het lichaam op met alertheid.

Principe 3: beweging

Laat de deelnemers even opstaan en rondlopen. Dat kan je vragen omwille van de concentratie en het afterlunchmoment, het zijn goede redenen om in beweging te komen. Je kunt het ook anders inkleden, bijvoorbeeld door een opdracht te geven:

  • Ga allemaal hier op deze lijn staan, waarbij je aan de linkerkant gaat staan als je vindt dat we het nu al heel goed doen, en aan de rechterkant enzovoorts, vele variaties mogelijk.
  • Laat de groep met stoelen even een kring maken.
  • Laat de tafels aan de kant zetten.

Geef kortom een opdracht waar beweging vereist is.

Principe 4: interactie

Het kan plenair door het stellen van vragen, dwz interactie met JOU, maar veel beter is het als iedereen actief kan worden. Dus geef je een korte opdracht aan duo’s of tafels:

  • bedenk samen met je buurman een aantal vragen over dit eerste onderdeel
  • vertel elkaar aan jouw tafel hoe jij met dit vraagstuk geconfronteerd wordt in de praktijk.

Als je in een trainingssituatie zit, kun je enorm veel inspiratie opdoen met de actiekaarten van trainer van het jaar 2015 Titia van der Ploeg. Daarop staan 64 mogelijke verwerkingsopdrachten, gegroepeerd naar het type intelligentie van de deelnemer (visueel, mathematisch, interpersoonlijk, etc).


Allemaal combineren?

Gordijnen open, raam open, opstaan en een spelletje doen. Mijn favoriet:

Maak duo’s. Ga tegen over elkaar staan. Tel samen tot drie. De ene zegt eerst “1”, de andere “2” en de ene weer “3” en zo door. Dat is al best moeilijk. Vervolgens introduceer je bij elk nummer een ander gebaar.
Je kunt zelf bedenken hoe moeilijk of bewegelijk je dat maakt. Deze oefening is een tongue twister voor de hersenen, en voor iedereen is het verrassend dat zoiets simpels nog zo moeilijk is. En let maar op: bij elke fout die gemaakt wordt, wordt er hard gelachen. Zo’n oefening kost je vijf minuten en je publiek is helemaal fris en klaar voor de volgende ronde. Kijk voor andere actieve oefeningen ook eens op www.improspelvormen.nl, je vindt daar allerlei theatersport-oefeningen die je in aangepaste versie kunt toepassen.

Je moet bij je keuze voor een werkvorm natuurlijk goed opletten dat het past bij de situatie, de doelgroep en jouw thema. Bij een groep jonge trainees kan je wildere dingen doen dan bij het bestuur van het pensioenfonds. Over het algemeen zijn sprekers iets te voorzichtig met het inlassen van opwekkende intermezzo’s. Maak je geen zorgen, de zaal is er weer helemaal bij, en dat is jouw belang. En ze hebben achteraf weer wat om over te praten. You’ll be remembered!

Ook als spreker in een grote zaal kun je spelen met licht, interactie en beweging. Afwisseling in je verhaal is dan extra belangrijk.