Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg.
 Nederlanders zijn wars van hiërarchie, machtsvertoon en mensen die vertellen hoe goed ze zijn. Maar een spreker die té bescheiden is, laat geen autoriteit zien en wordt niet serieus genomen. Hoe ga je als spreker om met de juiste mix van bescheidenheid en statusvertoon? In dit artikel geef ik daarvoor concrete handreikingen.


Bah! Status.
Volgens het cultuurmodel van Hofstede  scoort Nederland laag op de dimensie ‘power distance’. We zijn een egalitaire samenleving, wars van hiërarchie. We scoren ook laag op ‘masculinity’: juist vrouwelijke waarden als bescheiden gedrag, dienstbaarheid en solidariteit worden bij ons hoog gewaardeerd. Denk aan de term ‘dienend leiderschap’. Je bent wel de baas, maar je moet je personeel bedienen. Alles beter dan voor arrogant versleten te worden.

Het gaat niet om mij

Deze afkeer van machtsvertoon en arrogantie is bij veel sprekers op het podium zichtbaar en hoorbaar.  Het uit zich in bescheidenheid. De spreker vertelt weinig of niets over zijn eigen prestaties, is bescheiden gekleed, neemt een plek aan de zijkant van het podium, in het donker. Alle aandacht gaat naar het scherm, vervolgens naar de hand-outs pas in laatste instantie naar de spreker.
In alles zegt de spreker: het gaat niet om mij, het gaat om mijn boodschap.

Geen status, geen gehoor

Paradoxaal genoeg, wordt een boodschap pas serieus genomen en geaccepteerd als we de spreker als autoriteit ervaren. Dat blijkt allereerst uit je statuur: wat heb je gepresteerd, ben je echt wel een expert, heb je recht van spreken? En vervolgens uit de zichtbare status: gedraag je je als een expert, straal je deskundigheid en zekerheid uit?

Statuur definieer ik hierbij uit iemands feitelijke positie en objectieve deskundigheid en status als het gedrag dat in onze ogen hoort bij deze positie. Het eerste is feitelijk, het tweede is veranderlijk. Als je een hoge statuur hebt, die voor iedereen duidelijk en bekend is, hoef je niet veel status te laten zien in je gedrag. Als je geen hoge statuur hebt, maar wel een belangrijke boodschap, moet je wat meer status doseren om het publiek toch vertrouwen te geven.

De juiste dosis status

Voor sprekers is het dus een uitdaging om status en statuur aan de presentatie toe te voegen, in voor Nederlanders acceptabele doseringen. Een subtiel spel. Een prachtig voorbeeld daarvan zag ik in de live-show Fame van de Britse comedian Ricky Gervais uit 2007 . De show start met een aankondiging die volledig over the top is. Ricky komt op met een koningsmantel. Maar verder in zijn hele houding en manier van spreken zegt hij: ik ben een hele gewone jongen. Hij speelt continu met arrogantie en gewoonheid. Dat zorgt voor spanning en als cabaretier zoekt hij uiteraard de extremen op. Daar kunnen we wat van leren!

Láat een ander je status verhogen

Zo hoor je het eens van een ander! Het werkt als anderen jouw autoriteit en status bevestigen. Je hoeft er niet op te wachten tot iemand jou spontaan aanprijst wanneer je de volgende tips ter harte neemt:

  • Een goede aankondiging in het programmaboekje, een mooie aankondiging van de dagvoorzitter: laat een ander vertellen hoe goed je bent en wat je concrete verdiensten zijn. Houd hier zelf de regie over en lever tekstsuggesties aan.
  • Vertel over je verdiensten in termen van teamprestaties: “Wij hebben met ons onderzoeksteam de prestigieuze Howard Prize gewonnen” wordt door het publiek veel positiever beleefd dan “IK heb de prijs gewonnen”.
  • Gebruik de naam van mensen met status om de jouwe te verhogen: namedropping. But no more then two drops at a time.
  • Wees een koning
  • Vraag een kind om zich te gedragen zoals een koning en u ziet direct wat de bedoeling is. Het gaat in essentie om het innemen of claimen van meer ruimte.
  • In houding: rechtop, schouders naar achteren en maak jezelf en je gebaren groot. Ga central stage staan. Kijk de zaal recht aan.
  • In tijd: Vertraag het spreektempo. Las stiltes in.
  • Vul de ruimte met je aanwezigheid: Spreek luider, intoneer duidelijker. Een lagere stem heeft meer status dan een hoge.
  • Straal zelfverzekerdheid uit: vermijd woorden als ‘eigenlijk’, ‘proberen’, ‘een stukje’ en uiteraard ‘uhhhh’.
  • Formuleer korte krachtige zinnen en gebruik grotere krachtiger woorden.
  • Powerdressing is niet nodig, maar underdressing is taboe. Tenzij het een heel duidelijk statement is, of omdat je zoveel statuur hebt, dat je dat op geen enkele manier meer door kleding hoeft te bewijzen. Maar mijn ervaring is, dat mensen met veel statuur, zich juist keurig kleden, uit respect voor hun publiek.

Tot slot: wissel deze hoge status af met een lagere. 
Uiteraard omdat variatie het publiek bij de les houdt, maar vooral omdat je tegen Nederlanders praat. Ze moeten voelen dat je inhoudelijk boven hen staat, maar ook dat je hen begrijpt en heus wel bescheiden bent.