Wie geloof je eerder als het over het de wereldpolitiek gaat?
 Een adviseur van Clingendael of de eigenaar van de snackbar?
 Een wetenschappelijke publicatie of een artikel in ‘Spits’?
 Of we informatie geloven is afhankelijk is van de mate waarin we vertrouwen hebben in de zender van de informatie.

Ook zonder het label van ‘adviseur’ of ‘wetenschapper’ kun je direct vertrouwen in iemand hebben. Wat zorgt er nu precies voor dat dit soort intuïtief vertrouwen ontstaat? Als je dat begrijpt en kunt toepassen, kun je het vertrouwen van anderen in jou beïnvloeden en daarmee meer impact hebben met je presentatie. Daarover gaat dit artikel.


Bij presentaties zijn we enorm gericht op taal en woorden. Zo noem ik mezelf sprekerscoach.Terwijl juist je lichaam, helemaal zonder woorden, het allermeeste zegt. Als je je vertrouwd voelt met de basics van presenteren, loont het enorm om je lichaam bewust in te gaan zetten. Hoe ziet ‘vertrouwen uitstralen’ eruit in lichaamstaal? En hoe kan de taal ons helpen bij het vinden van de juiste lichaamshouding?

Ik heb vertrouwen in iemand die deskundig is, aandacht heeft voor mij, gelooft in wat ze doet en kan waarmaken wat ze zegt. Ik zal deze vier punten hieronder verder uitwerken in lichaamstaal.

1. Ze is deskundig

  • Ze maakt een ontspannen, rustige, beheerste indruk.
  • Haar adem zie ik bewegen in haar buik (niet in haar borst)
  • Haar schouders zijn ontspannen (niet opgetrokken)
  • Ze beweegt zorgvuldig (geen gedrentel)
  • Haar stem is vol en in de lagere regionen (niet hoog en afgeknepen)
  • Ze is stellig in haar taalgebruik (en vermijdt woorden als zouden, kunnen, misschien, soms)
  • Ze gebruikt de woorden die nodig zijn (en gooit er geen bergen tussenwoordjes doorheen)
  • Ze gebruikt zeker geen twijfeltaal (eigenlijk, natuurlijk, een beetje, in principe).

2. Ze heeft aandacht voor mij

  • Ze maakt een warme, aandachtige indruk.
  • Ze kijkt me aan (en fladdert niet direct met haar ogen naar een ander) en knikt daarbij geruststellend, ik ben opgemerkt. Haar glimlach stelt gerust.
  • Ze reageert op signalen van het publiek, geeft gelach of gemompel even de tijd.
  • Ze gaat pas spreken als ze de aandacht heeft.
  • Ze gebruikt stiltes om mij de kans te geven haar woorden te verwerken.
  • Ze vat tussentijds samen om mij te helpen het verhaal echt mee te krijgen.
  • Ze is met haar lichaam op het publiek gericht (en staat niet tegen het beamerscherm aangeplakt).

3. Ze staat voor haar boodschap

  • Ze komt overtuigend, energiek en krachtig op mij over.
  • Ze geeft haar stem voldoende volume en zorgt dat ze goed verstaanbaar is. Haar boodschap is namelijk de moeite waard en omdat ze daar zelf in gelooft, wil ze ook echt graag dat iedereen haar hoort.
  • Terwijl ze haar verhaal doet, kijkt ze me aan. Ze wil tot me doordringen. Haar lichaam zet haar standpunt kracht bij. Ons taalgebruik maakt het eigenlijk al heel goed duidelijk: ergens voor STAAN. Als je bij een kernpunt van je presentatie komt, sta dan stil. Maak je punt. Zet PUNTEN in je zinnen.

4. Ze maakt waar wat ze zegt

  • Ze maakt op mij een daadkrachtige indruk.
  • Ze is ontspannen, maar niet ‘slap’.
Ik volgde ooit Yogalessen, en de lerares legde heel mooi uit, dat je bij elke yogahouding een evenwicht moet zoeken tussen ‘effort and ease’. Een balans tussen inspanning en ontspanning.

Zo is het met presenteren ook. Te ontspannen komt ongeïnteresseerd en slap over: geen ruggengraat. 
Te gespannen maakt het publiek waakzaam en geeft de indruk dat het niet klopt wat je zegt.

Die daadkracht blijkt fysiek uit duidelijke stevige houdingen. Als je handbewegingen maakt, houd die beweging dan even vast. Als je van plek verandert, blijf daar dan even staan. Het straalt ‘vasthoudendheid’ uit. Ook hier is het mentale begrip direct te vertalen in een lichamelijk beeld.

Deskundig, aandachtig, geloofwaardig en daadkrachtig:
 Al deze zaken maken dat een spreker vertrouwen uitstraalt. Dat straalt over op het publiek, die het vertrouwen over neemt. Het vertrouwen in de persoon, straalt uit naar het vertrouwen in de boodschap. En zo krijg je impact.