Het kan heel leuk en nuttig zijn om een presentatie met zijn tweeën te doen. Maar het is nog helemaal niet zo makkelijk om er een succes van te maken en er zitten ook nadelen en risico’s aan. In dit artikel behandel ik de do’s en dont’s van duopresentaties.


Je moet goede redenen hebben om aan een duopresentatie te beginnen. Maar wanneer ik mensen vraag waarom ze met z’n tweeën willen presenteren, krijg ik meestal antwoorden als deze:
“Het is zo eng in mijn eentje”

“We hebben het project toch ook samen gedaan”

”Anders is het saai”

Dat lijken prima motivaties, maar ze zijn erg vanuit de persoon geredeneerd. Het is verstandiger te kijken naar de doelstelling van jouw presentatie en van daaruit te zien wat je het beste kunt doen.

Wanneer niet?

Als je het eng vindt om het in je eentje te doen of als het saai wordt, ligt dat nooit aan het aantal presentatoren. Podiumangst kun je heel goed overwinnen en je kunt ook leren om levendig en boeiend te vertellen. Dat zijn dus geen goede argumenten. En ook al hebben jullie een project samen gedaan, hoeven jullie nog niet samen op het podium. Als je wilt laten merken dat anderen erg belangrijk zijn geweest voor het behalen van het resultaat, noem hen dan met naam en toenaam. Maar ga er niet met de hele groep staan want dat is verwarrend en zit de inhoud dwars. Laat liever de beste spreker het woord doen in het belang van het geheel.

Wanneer wèl?

Een duo-presentatie is vooral zinvol wanneer daarmee het publiek beter wordt bereikt en de boodschap beter overkomt. Dat is het geval als jullie duidelijk onderscheiden expertises hebben of wanneer je vanuit twee perspectieven presenteert zoals:

  • voorstander/ tegenstander
  • insider/ outsider
  • theoreticus/ pragmaticus

Wanneer deze tegenstellingen ook in het publiek bestaan, voelt iedereen zich vertegenwoordigd. De twee rollen moeten elkaar aanvullen en iets essentieels toevoegen aan de presentatie. Als dat het geval is, moet je het zeker doen! En als jullie er samen meer plezier in hebben is dat ook een pluspunt, want door enthousiasme slaat elk verhaal beter aan.

Wat zijn de nadelen?

Jullie zijn veel meer tijd kwijt aan de voorbereiding. Je moet heel goed afspreken wie wat doet, hoe je elkaar het woord geeft en wie wanneer waar staat. Dat moeten jullie dan ook nog oefenen zodat het tijdens de echte presentatie allemaal heel soepel loopt.

Je bent minder flexibel. Als je in je eentje presenteert weet alleen jij wat er mis gaat. Loop je uit de tijd? Ben je een onderwerp vergeten? Het is zo’n geval ook alleen aan jou om te beslissen hoe je daarmee omgaat. Maar met een duo-presentatie moet je rekening houden met je collega: niet het gras voor de voeten van de ander wegmaaien en niet van diens tijd snoepen. Er is veel minder ruimte voor improvisatie en spontaniteit.

Een ander probleem ontstaat als één spreker veel beter is dan de ander. Dat verschil kan pijnlijk duidelijk worden. De betere zal zich dan wat gaan inhouden en de slechtere wordt nog schuchterder. Zo krijg je twee sprekers die geen van beide goed uit de verf komen, geen succes dus.

Tips

Wanneer de voordelen opwegen tegen de nadelen en jullie besluiten om gezamenlijk te presenteren, heb ik nog wat praktische aanwijzingen.

De eerste noemde ik al eerder: de voorbereiding. Jullie moeten voorbereid zijn in het kwadraat! Want je moet niet alleen heel precies weten wat jij gaat doen, maar ook wat de ander doet en hoe de overgangen in elkaar zitten. Die timing moeten jullie net zo lang oefenen tot het heel natuurlijk aanvoelt.

Gun elkaar het podium. Wanneer één van jullie wat langer het woord heeft is het goed als de ander een flinke stap terug doet. Ga bijvoorbeeld aan de rand van het podium staan en kijk naar je collega. Voor de toeschouwers wordt het dan duidelijk op wie zij hun aandacht moeten richten.

Alleen of met zijn tweeën? Ik hoop dat je nu beter de keuze kunt maken.