Je staat op het podium. Zeshonderd mensen kijken je verwachtingsvol aan. Je kunt ze niet allemaal aankijken maar waar kijk je dan naar?  Pak je alleen de eerste rijen?  Focus je op een punt achterin de zaal? Of kijk je gewoon naar je presentatie op het beamerscherm om van het probleem af te zijn? In dit artikel ga ik in op het belang van oogconctact, het effect dat je hiermee kunt bereiken en de manier waarop je dat aanpakt.


Als het publiek merkt dat je hun blik ontwijkt, wat zou dan hun reactie kunnen zijn? 

  1. Ze denken dat je bang bent. Iemand die bang is, durft de ander niet goed aan te kijken.
 Denk maar aan een verlegen kind aan de hand van zijn moeder. 
  2. Ze denken misschien wel het omgekeerde: dat je arrogant bent. Je neemt namelijk niet eens ‘de moeite’ om hen aan te kijken. Tsss. 
  3. Of ze denken dat ze zelf niet de moeite waard zijn, ze voelen zich onbelangrijk.

Het maakt niet zoveel uit of het optie 1, 2 of 3 is want het zijn alle drie ongewenste reacties, omdat ze het luisteren naar jouw verhaal in de weg staan. Waar je naar op zoek bent is dat mensen zich ontspannen, gezien en gelijkwaardig voelen. Dat kun jij bewerkstelligen met je blik.

Eerst oogcontact, dan spreken

Nog voordat je een woord gezegd hebt, moet je door oogcontact al een relatie met je publiek aangaan. Hier geldt de gouden regel: eerst de relatie, dan de inhoud. Mensen gaan pas echt naar je luisteren, als ze zich gezien voelen. Letterlijk.

Dat doe je als volgt:

Loop het podium op, energiek en ontspannen.
Je kijkt nu nog niet de zaal in, maar loopt doelbewust op jouw plek af en gaat daar staan.
Op twee benen.
Adem in en kijk op naar de zaal.
Kijk rustig rond en merk een aantal mensen op.
Begroet hen in gedachten.
Check of je ieders aandacht hebt.
Adem uit.
Start dan pas met spreken.

Maak keuzes met je blik

Oogcontact is een perfect manier om je publiek ‘bij je te houden’. Het zijn als het ware draden tussen jou en je toehoorders, die je door het oogcontact telkens weer even aantrekt. Zo hou je ze bij de les.  Pik tijdens je presentatie regelmatig iemand uit om een stuk van je verhaal ‘tegen’ te vertellen. Kies daarvoor iemand die jou vriendelijk aankijkt en van wie je sympathie ervaart.  Start met je eerste zin bij hem of haar en maak die zin ook bij diezelfde persoon af. Zoek dan in een andere hoek van de zaal naar een volgend vriendelijk gezicht en lever je volgende zin bij hem af. Kijk pas verder zodra je een punt of komma gezet hebt.

Waarom is het belangrijk om je zin af te maken terwijl je iemand aankijkt?

Dit laat zien dat je echt aandacht hebt voor degene die je aankijkt. Het laat ook zien dat je waarde hecht aan wat je zelf vertelt. Je wil immers ook zien of de boodschap is aangekomen. Je ziet na de ‘punt’ die je gezet hebt ook in het gezicht dat je aankijkt ook hoe de reactie is. Dit geeft je publiek de indruk dat je betrokken bent bij je publiek en niet alleen je verhaal wilt zenden, maar het ook belangrijk vindt of het daadwerkelijk aankomt.

Aanhalen en vieren

Duidelijk oogcontact maakt je presentatie intens en vereist concentratie van je publiek. Dat moet je niet te lang doen, want daar krijgen ze het gaandeweg benauwd van.
Laat hen na zo’n intensief stuk dus ook weer ontspannen. Je vermindert de intensiteit door op een luchtiger toon een anekdote te vertellen of een voorbeeld te geven. Je kijkt dan iets meer naar de grond of in de ruimte. Daarmee laat je non-verbaal de touwtjes vieren. Je geeft het publiek als het ware het signaal dat ze even gewoon mogen luisteren en ontspannen.

Een goede spreker is de dirigent van het publiek

Als je hun aandacht weer terug wilt, trek je met je oogcontact de touwtjes weer aan.  Als je wilt dat ze naar het scherm kijken, omdat je wilt dat ze iets lezen, kijk dan zelf naar het scherm, dan lezen ze met je mee. Als je wilt dat ze zich iets afvragen… kijk dan omhoog. Wil je dat ze vooral luisteren en niet kijken, kijk dan naar de grond.

Je ogen sturen de aandacht van het publiek. Probeer het maar eens. Ook al begin je klein. Je zult zien.